Rutger Adolf Reddingius
Ten Boer, 22 juli 1866 - Den Haag, 8 oktober 1939
Verzamelde boeken en tijdschriften over parapsychologie
Woonde in Groningen, Utrecht, Amsterdam en Den Haag (werkadres in 1896: Parkstraat 33A, vanaf 1907: Trompstraat 87)
Studeerde medicijnen in Groningen (promotie 1894: Over mircopie)
Werkte in het Ned. Gasthuis voor Oogelijders (Utrecht, 1893-1895), als assistent oogheelkunde aan het Binnengasthuis (Amsterdam, 1895-1896); werkte aan de Haagsche Polikliniek (Prinsengracht) en vestigde zich als oogarts (Den Haag, 1896); hij hield ook spreekuur in Schiedam, Delft en (op het laatst alleen nog) Gouda.
Publiceerde Wat is zien? (1906) en Algeest en natuur (1919), schreef ingezonden brieven aan kranten over parapsycholigische onderwerpen en publiceerde ongeveer 130 artikelen. Na zijn dood werd over Reddingius werd gezegd: 'Door de bijzondere toewijding aan zijn arbeid, had de overledene weinig contact met het maatschappelijk leven' (Het Vaderland, 9 oktober 1939).
Reddingius verzamelde boeken en artikelen over parapsychologie. Bij zijn dood bedroeg de omvang 'enkele planken'.
De collectie werd bij legaat verworven door de Koninklijke Bibliotheek (Den Haag). Behalve de collectie liet hij een bedrag van fl. 1000 na, 'voor den aankoop van tydschriften en boeken op het gebied der meta-(para)psychologie, daaronmder begrepen dat der zoogenaamde "denkende dieren" en op het gebied der Galcial-Kosmogenie (theorie van H. Hörbiger)'.
'Dr. R.A. Reddingius †', in: Het Vaderland, 9 oktober 1939, Avondblad B, p. 3;
HvdH [Hans van der Hoeven], 'R.A. Reddingius, oogarts 1866-1939, G.A.M. Zorab, parapsycholoog 1898-1990', in: Verzamelaars en verzamelingen. Koninklijke Bibliotheek 1798-1998. (Zwolle, 1998), p. 102-103.